Indonesië

Indonesië
Bloggend van de bodem

De grote stinkende durian

23 November 2012, 7:13

Mijn derde dag alweer in Jakarta, en morgen verlaat ik deze stad gelukkig weer. Wat ik van anderen had gehoord klopte; het is een stinkstad die niet echt de moeite waard is. Druk, rommelig, vergaan, en stinkend. Naar uitlaatgassen, kots en poep. Mensenpoep.

De vlucht met singapore airlines was aangenaam. Nog nooit ben ik zo goed verzorgd in een vliegtuig. De stewardessen waren zoals ik al had gehoord jong, goed gekleed, en bloedmooi. Non stop liepen ze rond om zeker te zijn dat het je aan niks ontbrak. Al wilde je de hele vlucht cognac hebben, het kon. Het eten was uitstekend, met keuze uit drie verschillende gerechten, goed gekruid en zeer compleet. Als het zou kunnen zou ik nooit meer met een andere maatschappij vliegen.

In jakarta aangekomen gleed ik zonder problemen de visa-procedure door. Een half uur later zat ik al in de taxi naar mijn hotel. Toen liep het wat minder gesmeerd. Nog maar een paar kilometer van de luchthaven kwamen we muurvast te zitten in het verkeer. Geen doorkomen aan. Zeker anderhalf uur hebben we niet veel harder dan stapvoets kunnen rijden. De chauffeur baalde er ook zichtbaar van. Toen we er bijna waren bleek dat hij helemaal niet wist waar het hotel was. Niet minder dan 5 keer heeft hij het moeten vragen, tot we het hotel van een afstand zagen. Nog een keer vragen hoe je daar dan moest komen, en hehe, eindelijk.

Ik was gaar als boter, vechtend tegen de slaap, want ondanks alles slaap ik altijd bar slecht in vliegtuigen. De nacht ervoor was ook al zo’n korte. Het Traveller hotel waar ik zit, is prima, met een mooie kamer met heerlijke airco. Geen overbodige luxe in die drukkende klamme hitte (33 graden momenteel). De rest van de dag heb ik in heerlijke slaap aan me voorbij laten trekken. ‘s avonds gegeten in het hotel, en niet te laat naar bed.

Om een uur of vier werden mijn dromen alweer hardhandig verstoord door een keihard jengelende moskee. Nou heb ik niks tegen religie, maar ze hoeven me er ook niet ‘s nachts voor wakker te maken. Door mijn verstoorde ritme kon ik erna niet meer in slaap komen, dus ben ik  er maar uitgegaan, heb mijn stramme spieren wakkergeschud met wat yoga en om 7 uur zat ik al aan het ontbijt. Een geweldig uitgebreid buffet met alles uit alle windstreken. Het indonesische ontbijt is voornamelijk hartig, met in de kern hetzelfde als wat ze ‘s middags en ‘s avonds ook eten. Rijst, noodles, pittige sauzen, vlees, groente, sambal… heerlijk. Ik heb als een keizer zitten kanen. En daarna ook nog wat zoetigheid, vers fruit, en natuurlijk een heerlijke pittige bak java. Ik zag ook een bak met pap staan, met het bordje “burum ayam”, hmmm kippenpap, dat moet ik proberen. Geniaal, hartige rijstepap met kippebouillon, lekker hoor.

De wijk waar ik zit is vlakbij china town, en daar ben ik maar eens naartoe gegaan. Het was nog wel een stuk verderop. Geleerd van de dag ervoor heb ik een vervoersmiddel gecharterd dat geen last heeft van files en opstoppingen. achterop de motor gingen we kris kras overal doorheen. Knieen intrekken en goed vasthouden.

Er was een enorme permanente straatmarkt in chinatown. Daar was alles te koop. De gebruikelijke chinese kitsch natuurlijk, met felgekleurde prullaria, veel vuurwerk en 3d-posters in neonkleuren van Jezus en als je je hoofd bewoog veranderde hij in de maagd Maria. Een straatje verderop was de voedselmarkt. Nauwe straatjes met groente- en vleeskraampjes, met als hoogtepunten kraampjes met bakken vol slakken, krioelende karpers in grote emmers, en een tafel vol nog bewegende kikkers. Een tafel verderop lagen dezelfde kikkers, alleen dan zonder jasje, en niet meer zo erg bewegend. De handelaar poseerde graag voor de foto, trots op zijn lugubere beestenboel.

Verderop naar het noorden was het oude gedeelte van Jakarta, het oude Batavia. Van de oude pracht was niet veel meer over. Wat afbrokkelende gebouwen herinnerden nog aan de tijden van weleer, maar eigenlijk was het gewoon troosteloos. Zonde. De lonely planet sprak met de gebruikelijke superlatieven over de haven waar “magnificent schooners” zouden liggen. Die schoeners lagen er inderdaad, schouder aan schouder in het gore vervuilde water, maar zo magnificent waren ze niet. Ik keerde snel om, stapte in een tuktuk en vroeg hem om me naar een goed restaurant te vervoeren.

Hij zette me af bij Cafe Batavia, dat er nog wel uitstekend in was geslaagd om de oude sfeer in ere te houden. Een prachtige zaak, mooi gerestaureerd, een verademing na de griebus van de haven. Ik heb hier lekkere noodles met zeevruchten gegeten met een paar koude biertjes. De zaak liep vol met een hele groep schoolkinderen, netjes in uniform. Opvallend was het dat de jongens en de meisjes strict gescheiden bleven; ze zaten wel aan de zelfde tafel maar de jongens aan de ene kant, en de meisjes aan de andere kant.

Het plein waar het cafe aan lag, krioelde ook van de schoolkinderen. Met z’n drieen op tandem-fietsen crossten ze rakelings langs elkaar heen, schaterend van de lach. Ik weet niet of dit een soort van schoolreisje was, of dat dit hun gebruikelijke tijdverdrijf was. Het was grappig om te zien.

Vandaag is mijn laatste dag hier, en dat vind ik prima. Heb het hier wel gezien. Morgenochtend neem ik het vliegtuig naar Kalimantan, om precies te zijn Balikpapan. Vandaar is het nog een kleine expeditie richting Pulau Derawan, een piepklein paradijselijk eilandje, waar het duiken uitmuntend moet zijn. Om er te komen moet ik nog een binnenlands vluchtje pakken (geen zin om dagenlang in een bus te zitten) en dan nog een of meer boten. De uitdaging zit er vooral in om dit een beetje betaalbaar te doen, want een speedboot charteren voor een paar miljoen rupia kan natuurlijk elke pauper (die genoeg geld heeft). Er zijn veel goedkopere opties maar die kosten wat meer tijd en moeite. Dat maakt het natuurlijk ook wel leuk.

Dit bericht tik ik overigens in een zeer luidruchtig internetcafe dat stampvol zit met de plaatselijke jeugd die hier met veel lawaai zit te gamen. Ik ben de enige buitenlander en ik heb dus wel wat bekijks, alleen kunnen ze natuurlijk niks maken van mijn nederlands. Sowieso is de taalbarriere best groot, niet veel mensen spreken goed engels hier. Maar uiteindelijk kom je er altijd wel uit.

Tot zover dus Jakarta, aka “the big durian”. Grappig genoeg staat in het boekje in het hotel, in vette letters:

“With respect to our other customers, eating of durian is strictly forbidden within the hotel!”

 

2 reply's op “De grote stinkende durian”

  1. comment number 1 by: KnutzEls

    Zo, en dan nu naar het echte duikwerk. We gaan gauw op de kaart zoeken waar dat Bounty-eiland ligt. Goeie vlucht, mooie duiken, toi, toi, toi!

  2. comment number 2 by: Liesbeth

    Mooi verhaal Len, je neemt me weer helemaal mee op je reis, heel leuk! Have fun. X

Laat een reply achter

Naam

Email (niet zichtbaar)

Website