Vliegen zonder vleugels
16 December 2012, 12:09Zo, ik ben weer boven water. En ik heb weer vaste grond onder mijn voeten. De wereld deint nog wel wat na. Ik heb 6 nachten doorgebracht op de KLM Embaku, een prachtige oude boot die is omgebouwd tot duikboot (geschikt voor duikers dus, die boot blijft wel gewoon boven water). 5 dagen in Komodo National Park, 4 duiken per dag, op de mooiste duikplekken van de wereld. De prachtige stijgende lijn is doorgezet met een mooie finale, die alle eerdere ervaringen overtroffen heeft.
Na drie verschillende vliegtuigen kwam ik aan in Labuan Bajo. Het laatste was een klein propellor-vliegtuig, omdat het kleine vliegveld niet om kan gaan met grotere toestellen. Het was een lange dag die al heel vroeg was begonnen (om 4 uur ‘s ochtends) dus ik was vrij gaar. Maar mijn tijd was kostbaar dus ik ben meteen, nadat ik een hotel had gevonden op zoek gegaan naar een liveaboard. En dat ging veel sneller dan ik verwacht had.
De tocht naar het hotel was wel het vermelden waard. Op het vliegveld werd ik al aangeklampt door een gast met een enorme afro. Hij had een auto, dus hij was een taxi driver. Hij vroeg veel te veel natuurlijk maar ik kende de gangbare prijs en uiteindelijk ging hij daarmee akkoord. Zijn auto was een grote P.C. Hooft-tractor, in felle rasta-kleuren vol Bob Marley-stickers. En Winnie the Pooh-hoofdkussens. “Where are you from?” vroeg hij voor ik instapte. Ik antwoordde. Hij scheurde weg, en reed bijna wat andere passagiers van de sokken. Hij vervloekte ze schreeuwend. Pittig tiepje. “Where are you from?” vroeg hij nog een keer. Ik herhaalde het. Hij scheurde verder, en “tikte” toen een motorfiets van achter aan. “RAAAAHHH I KILL YOU!!” schuimbekte hij. Ik zei dat hij wel wat mocht dimmen. Maar het bleek allemaal maar voor de gein, hij meende het niet hoor. “Where are you from?” vroeg hij opnieuw. Toen ik hem zei dat dit de derde keer was, verontschuldigde hij zich dat zijn geheugen niet zo goed was. “Maybe you should not smoke that much!” zei ik. Hij grinnikte een beetje schuldbewust en zei de rest van de rit niks meer.
Labuan Bajo is “the next big thing” op het gebied van toerisme in Indonesie. Het is een stadje van niks maar de reisoperators en vooral diveshops springen als paddestoelen uit de grond. Ik ben er een aantal afgegaan, maar veel vielen meteen af. Ze waren vol, ze hadden slechte boten, heel ongunstige vertrekdagen, of waren veel te duur voor wat ze boden. Na een stuk of 5 was er nog maar 1 matige, eventuele, kanshebber. Toen kwam ik bij Divers Paradise Komodo. Ik werd verwelkomd door Wolfgang, een oudere duitse dive instructor. In het kleine kantoortje zat een groepje van 4 toeristen. Ik vroeg naar info over liveaboards, en een van het groepje zei meteen: “just join us then!” De boot bleek dezelfde dag te vertrekken. Dat vond ik wel wat erg snel, ik had al een hotel, had zelfs al betaald. En mijn bagage stond er al, ik had al wat uitgepakt, bla bla bla. Allemaal bezwaren die door Wolfgang van de hand werden gewezen. Kom gewoon mee. Onze boot is het mooiste. En toegegeven, het zag er allemaal erg goed uit. 5 maaltijden per dag, vier duiken, mooie kabines, goede boot. En de reviews op internet waren allemaal positief. Dus heb ik maar heel even zitten wikken & wegen, en toen de knoop doorgehakt. Ik moest wel van te voren betalen. Geloof het of niet maar ik had *op de rupiah* genoeg contant geld bij me voor een trip van drie dagen. Ik zag dat als een teken, een goed teken. Er klonk gejuich vanuit het groepje toeristen toen ik aankondigde dat ik inderdaad met ze meeging.
De toeristen bestonden uit een Canadees stel, een Zwitsers meisje en een jongen uit Kalimantan. We moesten nog een tijdje wachten totdat de boot klaar was en we maakten kennis met elkaar. Daarna werd alle bagage op een handkar geladen en liepen we richting boot. Deze bleek onhandig “geparkeerd”; we moesten over vier andere boten klauteren om er te komen. Maar hij was prachtig. De crew stelde zich voor (allemaal locals) en de divemaster (behalve Wolfgang) was Pascal, een boomlange vent uit Zwitserland. Zo’n echte Germaan, met paardenstaart en Speedo, en een Schwartzenegger-accent. Hoe stereotiep. Maar hij bleek erg okay.
De boot zou pas ‘s nachts vertrekken. Na een eerste diner op de boot besloten we dat we wel wat extra proviand wilden inslaan. Dus we klauterden weer terug over de vier andere boten en liepen naar de winkeltjes. Eerste doel was bier; en al snel hadden we een kist Bintang gescoord. Ze verkochten ook Arak, dus welja, doet u daar ook maar wat van. Gewoon in oude waterflesjes, dichtgemaakt met een stukje vuilniszak met een elastiekje eromheen. We hebben allemaal wat geproefd van te voren en wederom konden we na afloop nog zien; prima dus.
Het was een hele toer om dit allemaal weer op de boot te krijgen want de tocht over de andere boten ging over smalle loopplanken en met slippers schuifelen over een richel van een paar centimeter. Eronder was het vieze haven-zeewater. Met handig samenwerken is het gelukt om alles droog binnen te krijgen.
Ik was nu echt moe maar we bleven maar in de naar dieselolie stinkende haven liggen, met fel licht en lawaai van andere boten, dus slapen was bijna onmogelijk. De kajuit was bloedheet en benauwd, dus zijn we maar op het bovendek gaan liggen. Midden in de nacht werd ik wakker uit een ondiepe slaap doordat we eindelijk wegvoeren. Ik dommelde eindelijk echt in, maar rond zessen werden we alweer van het dak gebrand door de opkomende zon. Tijd om te duiken. Maar eerst een “pre-ontbijt” van koffie en toast met jam of pindakaas.
De eerste duik was rustig en makkelijk, om de groep te leren kennen en ieders duikniveau te peilen. De meesten waren advanced open water divers, alleen het zwitserse meisje had alleen open water. Ik was als rescue diver het hoogst gecertificeerd. Maar kwa niveau en ervaring lagen we heel dicht bij elkaar. Het was een mooie duik, maar op zich niet zo heel bijzonder.
Het echte ontbijt kwam daarna. Omelet, kaas, tomaten, en weer toast. En even later alweer de tweede duik.
Die was beduidend spannender. De duikstek was mooier en interessanter dan de eerste. Na een mooie duik kwamen we boven en we maakten meteen kennis met de beruchte “currents” van Komodo. Waar twee zeeen van verschillende temperaturen bijelkaar komen krijg je soms flinke stromingen. En die kunnen opeens, onverwachts opkomen. Het was nog rustig toen we onder gingen, maar bij bovenkomen was het een echte whirlpool geworden. De boot zat er middenin, en wij lagen er net naast, in het water. We zagen de boot tollen om haar as en zelf werden we ook meegesleurd. Er werd een boei uitgeworpen en iedereen klampte zich vast aan het touw. De stroming was zo hard dat je er tegenop kon waterskieen, op je zwemvliezen. Maar alles was onder controle en even later stonden we, een klein beetje wit om de neus, weer op de boot.
Van die stroming hebben we nog veel meer meegemaakt. Maar als je eenmaal weet wat je kan verwachten, dan is die eigenlijk supertof. Er werd altijd goed op geanticipeerd; bij de planning en keuze van duikstek werd er rekening mee gehouden, en de boot volgde ons altijd zodat we geen kilometers terug hoefden te zwemmen. Tot dan toe had ik nog nooit een echte drift dive meegemaakt. Ja, er was wel eens wat stroming, maar niet zoals dit. Dit was gewoon vliegen, zonder vleugels. Met een enorme vaart schiet je door het water, over de bodem. Het was een kwestie van je ogen openhouden en je drijfvermogen goed regelen, en dan was het superrelaxed. Een beetje bijsturen met je finnen, dat was eigenlijk alles. Soms moest je wel even tegen de stroming in zwemmen, en daarbij merkte ik dat al die dagen de Van Brienenoordbrug opfietsen wel goede oefening was geweest. Ik had er echt heel veel lol in. Maar de afgelopen weken had ik ook uitstekende leermeesters gehad op zwemgebied: professor Schildpad en buitengewoon hoogleraar Manta. Als je wil weten hoe je moet zwemmen moet je deze dieren goed bestuderen.
Naast deze dieren hebben we ontzettend veel gezien. Veel haaien; gelukkig geen monsterlijke filmhaaien die je been opeten en de boot systematisch tot gort rammen, maar echte haaien; en dat zijn gewoon schuwe, ongevaarlijke dieren. Ja, als je je hand in hun bek stopt en ze voor hun kloten ramt dan kunnen ze misschien wel een hapje nemen, maar als je je gedeist houdt en niets provocerends doet heb je niks te vrezen. Ze zijn nieuwsgierig en komen dichterbij als je stilletjes op de bodem gaat zitten en afwacht.
Dit laatste geldt ook voor de Manta’s. Daar krijg ik geen genoeg van. Er is een duikstek die “Manta point” heet. Na even rondzwemmen hadden we de eerste al gevonden, en al gauw kwamen er een stuk of vier andere bij. We gingen bijelkaar op de bodem hangen en hielden ons muisstil. Ze kwamen steeds dichterbij, en uiteindelijk kwam een enorm exemplaar (wel vier meter breed schat ik) recht op mij afzwemmen. Het zijn plankton-eters dus ongevaarlijk voor ons, maar het is wel even slikken als je die enorme, opengesperde kaken zo recht op je af ziet komen. Gelukkig had ik nog wel de tegenwoordigheid van geest om mijn fotocamera te richten en zo vaak ik kon af te drukken. Woah.
Het koraal op komodo is het mooiste wat ik ooit gezien heb. Het is onmogelijk kleurrijk en gevarieerd en zit barstensvol leven; nudibranches, clams, de meest bizarre wormen, krabben, en ontelbare vissen, van groot tot klein; solisten, groepjes en massale scholen. Als je eenmaal wat meer leert over de verschillende soorten en varianten weet je ook beter waar je op moet letten en waar je moet kijken. Hierdoor wordt elke duik weer interessanter en loop je na afloop te wedijveren met andere duikers hoeveel je wel niet gezien hebt. Mijn camera maakte overuren en ik heb zo ontzettend veel foto’s dat ik die eerst op mijn gemak moet gaan uitzoeken.
De tocht duurde drie dagen, maar er was de mogelijkheid tot bijboeken. Na een dag wist ik eigenlijk al wel dat ik dat wilde, en het Canadese stel wilde ook wel. De rest had helaas andere verplichtingen of reisdoelen. Maar tijdens de tweede dag liep het onderwaterfototoestel van de Canadezen opeens vol water, wat een streep door de rekening zette. Ze moesten kiezen; of de trip verlengen, of een nieuw fototoestel kopen. Ze kozen uiteindelijk voor het laatste. Dit had tot gevolg dat ik de twee extra dagen de enige gast was! Mijn eigen boot, met mijn eigen prive-divemaster, en een hele crew inclusief kapitein, kok, en duik-assistent volledig tot mijn beschikking. Dit was natuurlijk best tof, maar ook wel wat vreemd. En eigenlijk was het soms best wel eenzaam. Ik miste mijn duik-, klets- en drinkmaatjes. Maar ja de duiken waren nu veel toffer; ik kreeg inspraak in de sites die we konden bezoeken en tijdens de duik kon ik de tijd nemen en bekijken wat ik wilde. Ik hoefde niet meer omhoog omdat iemand anders out of air was, en hoefde ook niet op anderen te wachten of juist op te schieten.
De laatste twee dagen heb ik een paar flink uitdagende duiken gemaakt, met echt harde stromingen. Als duiker heb ik hier heel veel van geleerd en ben ik echt enorm gegroeid. Ik weet nu dat ik zelfs de stevigste stroming wel aankan, en mijn conditie is top. Ik heb beduidend minder lood nodig dan vroeger – de vakante begon ik met 7 kilo, dat was best veel. Ik zit nu op 4 kilo en zelfs dat is nog meer dan echt nodig. Mijn luchtgebruik was altijd vrij hoog – ik was vaak een van de eersten die weer omhoog moest. Maar opeens had ik de “duik-yoga” onder de knie en versloeg ik zelfs de divemaster. Het is niet zozeer een kwestie van “op de juiste manier ademen” maar meer een state of mind. Zelfs op fysiek erg inspannende momenten rustig blijven, qua ademhaling, maar vooral in je hoofd, daar gaat het om. En dat is precies wat je ook leert bij yoga-beoefening boven water.
Vandaag was de laatste dag, en was er maar tijd voor drie duiken, voor ik weer terug naar Lubuan bajo moest. De allerlaatste duik kwamen er twee gasten bij op de boot. Het was een nogal ongebruikelijk uitziend stel: een grote Libische neger van drie meter lang en twee meter breed, en een klein ielige Francaise van 1 meter 50. * Het bleek geen stel te zijn; maar de Libier had de Francaise ingehuurd als prive-duikinstructrice. Ik weet er het fijne niet van, maar ik vermoed dat dat best prijzig zal zijn; de man zal dus niet heel arm zijn. Of misschien betaalde hij haar in natura, dat kan natuurlijk ook. Hoe dan ook, hij bleek een ongecertificeerde duiker te zijn, nog maar drie duikjes op zijn naam, en dan kiest hij voor Komodo; een van de lastigere duikgebieden. Opvallende keuze.
Het allergrootste duikpak werd van helemaal onderop de boot tevoorschijn gehaald, maatje XXXL. Hij kreeg een loodgordel om met 128 kilogram lood eraan. ** We gingen het water in en ik zag meteen al: dit wordt een RAMP. Na drie keer duiken heb je echt nog geen controle over je drijfvermogen, weet ik uit eigen ervaring. De man stuiterde op en neer, en had in de eerste paar minuten al enorme stukken koraal losgetrapt met zijn zwemvliezen. Ik vond het totaal onverantwoord – iedereen moet ergens beginnen natuurlijk; maar toen ik op dat punt zat oefenden we in een ondiep stuk van de zee met zandbodem. Niet op een 25 meter diepe duikplek vol kwetsbare koraaltuinen. De duikgids was het hier mee eens, maar de Franse instructrice had duidelijk gemaakt dat hij haar verantwoordelijkheid was, en dat het allemaal wel zou lukken. Niet dus. Die vent hoorde in een zwembad thuis, niet hier. Ik heb me maar afgewend en ben wat verderop gaan zwemmen. De laatste duik werd toch nog heel mooi, met een fascinerende giant clam, een wankelende en fladderende leaf fish, en een hele reeks fantastische christmas tree worms.
Na de duik moest ik aan het vervelende werk van de bagage inpakken beginnen. Ik nam afscheid van de crew van de boot, op wie ik na die korte tijd al best gesteld was geraakt. Vooral op de kok, die elke keer na de duiken onze hongerige magen verwende met heerlijk voedsel. En ook zeker op de kapitein, ook een divemaster die heel vaak meedook en een enorme expert was van alle duikstekken. Hij sprak maar weinig Engels maar onder water is dat geen bezwaar; de gebaren zijn universeel en voor de rest zijn geen woorden nodig. Dat vind ik ook een van de charmes van het duiken, en dat is ook meteen een grote overeenkomst met muziek.
Ik heb nog een paar dagen te vullen, en ik weet nog niet waarmee. Eerst maar even mijn zeebenen kwijt zien te raken; en goed douchen. En ik heb gehoord dat er hier een paar echt goede Italiaanse restaurants zitten. Een lekkere pizza, hmmmm, dat gaat er wel in denk ik!
Voetnoten:
*) ruwe schatting
**) werkelijke hoeveelheden/maten kunnen verschillen
Ik houd maar even mijn mond. Mooi om te lezen!
Adembenemend!!
Een geweldig verhaal. een heel andere vakantie dan voorheen nu je in het duiken je grote hobby hebt gevonden. Zo zie je maar alles, heeft z’n bekoring. Geniet nog even een van een paar dagen rust en een paar Bintangs. straks mag je weer aan de Heineken!